Ambachtelijke liefde duurt het langst (5/6)
Schrijf jij bouquetromans of eh…? Ongemakkelijk, lacherig of op z’n best nieuwsgierig word ik bekeken door collega’s uit de andere helft van mijn werkwereld. Geeft niks, ik leg graag het verschil uit tussen de ijzersterke formule van de bouquetroman (zij vindt hem ondanks berg misverstanden, de setting doet er niet veel toe) en mijn feelgoodgenre (meer dan romantiek, setting is heel belangrijk). Ik leg ook graag uit waarom het geen Dostojevski is. Feelgood lees je om je feelgood te (gaan) voelen. Dat is mijn opdracht (geen kleintje)!
Feelgooduitdaging: akelig conflict op liefdevolle camping
De feelgoodlezer is niet gek. Die houdt (ook) niet van clichés, slecht geformuleerde zinnen of aanmodderende verhaallijnen. Het mag ergens over gaan, groot leed wordt niet geschuwd, zolang het maar weer goed komt. Het onderwerp van mijn nieuwste roman werd me in de schoot geworpen. Grote investeerders nemen, soms met veel machtsvertoon, familiecampings over om er hutje mutje huisjes op te zetten. Kampeerders (ja… ze hebben rechten) worden verdreven van ‘hun’ camping, waar ze soms al tientallen jaren staan. De grote uitdaging voor mij als schrijfster: hoe lanceer ik dit nare conflict op de liefdevolle camping uit mijn boeken? En nog uitdagender: hoe zet ik de hele wereld die ik eerder creëerde, op zo’n manier in beweging dat Esther Gijsbers, een van mijn ‘van tevoren’ lezers kan zeggen: 𝘈𝘭𝘴𝘰𝘧 𝘫𝘦 𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘰𝘱 𝘥𝘦 𝘤𝘢𝘮𝘱𝘪𝘯𝘨 𝘣𝘪𝘷𝘢𝘬𝘬𝘦𝘦𝘳𝘵. 𝘌𝘦𝘯 𝘩𝘦𝘦𝘳𝘭𝘪𝘫𝘬 𝘭𝘢𝘢𝘵𝘴𝘵𝘦 𝘥𝘦𝘦𝘭 𝘮𝘦𝘵 𝘦𝘦𝘯 𝘰𝘯𝘵𝘳𝘰𝘦𝘳𝘦𝘯𝘥𝘦 𝘦𝘱𝘪𝘭𝘰𝘰𝘨?
Doe mij zo’n charmante campingeigenaar
En daarom houd ik zo van schrijven. Ik geef de zeven hectare omheind gras en mijn kampeerders (allang driedimensionaal) alle munitie om hun emoties los te laten tussen bingo en het zomerfeest. Er ontvouwt zich een scenario waarin mijn verontwaardiging – die er overigens volstrekt niet toe doet tijdens het schrijfproces – omslaat in verbazing. O ja, gaan we die kant op en kan het ook zo? De touwtjes heb ik allang niet meer in handen. Ik stuur alle beweging bij door te blijven schrappen; de clichés, de slecht geformuleerde zinnen, de voorspelbare dialogen, de overbodige beschrijvingen. Totdat de ambachtelijke liefde overwint. En ik mezelf gelukkig mag prijzen wanneer ‘van tevoren’ lezer Maria Hazekamp opmerkt: 𝘚𝘵𝘪𝘦𝘬𝘦𝘮 𝘥𝘳𝘰𝘰𝘮 𝘪𝘬 𝘷𝘢𝘯 𝘦𝘦𝘯 𝘦𝘪𝘨𝘦𝘯 𝘡𝘢𝘯𝘥𝘳𝘢𝘯𝘥 𝘤𝘢𝘮𝘱𝘪𝘯𝘨, 𝘸𝘢𝘢𝘳 𝘮𝘪𝘫𝘯 𝘮𝘢𝘯 𝘷𝘦𝘳𝘢𝘯𝘥𝘦𝘳𝘵 𝘪𝘯 𝘻𝘰’𝘯 𝘤𝘩𝘢𝘳𝘮𝘢𝘯𝘵𝘦 𝘦𝘪𝘨𝘦𝘯𝘢𝘢𝘳. Met toestemming van haar man op de achterkant van mijn boek gezet. Als dat geen liefde is!
By the way: dit is mijn vijfde column van de zes over mijn schrijversleven op weg naar ‘Zomerhuis voor jou en mij’ (Campinggeluk deel 4, alle delen los te lezen), verschijnt 22 mei 2025, uitgegeven door LS Amsterdam.
Lees de eerste column over inspiratie, de tweede over hoe ik een roman uit mijn duim zuig, de derde over waarom ik toch schrijf, de vierde over het verdriet als mijn boek af is en de allerlaatste over hoe ik toch niet opzie tegen mijn feestelijke boekpromotie.